Door Martijn C. Nieuwenhuis
Als ik je vraag: noem eens twee wereldberoemde grafisch ontwerpers. Wat zeg jij dan? Precies. Niet veel waarschijnlijk. Dat is toch gek? Je vergeet weleens dat alles wat je ziet ontworpen is door, in essentie, een grafisch georiënteerde ontwerper. Ik loop nu zo’n twintig jaar tegen allerlei soorten ontwerpers aan en ik denk dat je ze in drie typen kan indelen.
Ten eerste heb je de technisch begaafde ontwerpers. Ze zijn handig met grafische software. Deze groep is ideaal voor het uitwerken van bestaande, vooropgezette designs van apps, tijdschriften, boeken, websites en allerlei andere middelen. De tweede groep is de ontwerper met het goede oog. Deze ontwerpers zien de dingen anders, iets wat jaren training vergt. Ze weten precies waar wat moet staan, hoe groot iets moet zijn, welke kleuren, lettertypes en beelden samen een meerwaarde hebben. Ze kunnen een nieuwe stijl neerzetten en alles wat ze maken is mooi.
De laatste groep zijn de ontwerpers met een idee. Deze ontwerpers zijn niet alleen technisch zeer begaafd maar aan alles wat ze doen ligt een (uniek) idee ten grondslag. Een idee dat het grafisch middel kan ontstijgen en mensen in beweging zet. Van deze groep zijn er niet veel.

Portret Stefan Sagmeister

Albumcover voor Lou Reed
Stefan Sagmeister (1962) kan je gerust onder de laatste categorie scharen. Ontwerper, kunstenaar, artiest. Hij is in de jaren ’90 bekend geworden met zijn albumcovers voor o.a. Lou Reed, The Rolling Stones en David Byrne. (Je moet maar eens opzoeken hoe de cover van Lou Reeds’ Ecstasy tot stand kwam.) Afgelopen jaar besloot ik naar Barcelona te reizen om hem in het echt te zien op het OFFF-festival. In tegenstelling tot veel andere sprekers liet hij nauwelijks eigen werk zien maar maakte een punt van het belang van goed ontwerp. In de ruimste zin van het woord. In zijn lezing noemde hij terloops een kunstinstallatie die hij in 2008 voor de stad Amsterdam gemaakt had.
Dat ging als volgt. Het idee was om het hele budget voor het project, zo’n €10.000, bij de Nederlandsche Bank om te wisselen voor 250.000 losse eurocenten. Met die enorme berg 1, 2 en 5 eurocenten gingen 10 vrijwilligers 8 dagen aan het werk om een geïllustreerde spreuk, Obsessions make my life worse and my work better, op het Waagdragerhof te leggen. De grote vraag was natuurlijk: wat gebeurt er straks als het klaar is? Blijft dat geld liggen?


En ja hoor, twintig uur nadat de laatste munt gelegd was kwam er iemand met een vuilniszak en schepte deze vol munten. Daarop belde een oplettende buurtbewoner meteen de politie. Hier was immers sprake van het vernielen van een openbaar kunstwerk. De politie arresteerde de man. Eind goed, al goed? Mmm. De politie besloot in één vloeiende beweging de overige 250.000 munten ook meteen maar van het plein te vegen. Opgeruimd staat netjes! Het muntgeld lag een week later waarschijnlijk weer op dezelfde plek in de Nederlandsche Bank. Daarmee legde hij, wat mij betreft, ook iets bloot over de maatschappij waarin hij zijn project deed en doet.

Sagmeisters kunstwerk Obsessions van bovenaf gefotografeerd.
Dit is één voorbeeld van de projecten die hij initieert. Wat het, voor mij, interessant maakt is de openheid over geslaagde en gefaalde projecten. Dan gaat het ineens niet zozeer om de vormgeving of ‘dat-iets-niet-mooi-is’ maar veel meer om wat het idee doet met mensen en hem. Ook ik denk er naderhand verder over na. Dat vind ik razend knap. Kunst die aanzet tot nadenken dus.
Luister Sagmeisters TED Talk over zijn sabbaticals: