Onverwachtse inzichten van een ongeoefend kunstkijker

Door Charles Hengst

0ba2a07799342a56300bf0b5a470ac6872dde61aEen voor de hand liggende keuze was het niet. Geen festivalganger, niet bovenmatig cultureel geëngageerd. Waar ga je dan heen als je een weekendje weg wilt? Juist, the 70th anniversary of the largest arts festival in the world, Edinburgh Festival Fringe. Met het schaamrood op de kaken beken ik dat ik er voor mijn bezoek nog nooit van gehoord had.   

Even Google verkennen geeft de burger moed: 50.000 voorstellingen op bijna 300 verschillende locaties, 2,5 miljoen bezoekers. Foto’s van vorige edities tonen duizenden mensen op de been in de straten van Edinburgh, straatartiesten, parades, fanfares, zelfs de jongleur op het dunne koord laat geen verstek gaan. Deze voorstellingen zijn weliswaar verspreid over de hele maand augustus, but still: het ‘Koningsdag meets Carnaval in extremis’-gevoel maakt zich van mij meester.

Wanneer ik dus op vrijdagavond aankom en meteen Edinburgh in duik, ben ik niet de enige. Er zijn veel, heel veel mensen op straat. Vreemd genoeg zijn er echter geen muziek en geen acts te bekennen. De stoet aan mensen wordt weggeleid van Edinburg Castle  – de grootste venue van Fringe – door een bataljon aan vrijwilligers in fluorescerende hesjes. Op de vraag waar iedereen heen gaat zegt het lichtgevende meisje van hooguit 18 met een indrukwekkend accent: ‘home, Tattoo’s over!’. Tattoo, zo weet ik inmiddels, is de Schotse versie van de militaire taptoe. Het is vrijdagavond tien uur, zou dit niet het hoogtepunt moeten zijn? We weten allemaal dat Britten rond de lunch aan de eerste pint Guinness gaan en ze vermoedelijk rond acht uur hun lever reeds genoeg hebben uitgedaagd, maar als – in de letterlijke zin van het woord – nuchtere Hollander had ik me nu net zo verheugd op een avond venue hopping met beschonken Schotten.

Afbeelding1.png

De stoet aan festivalgangers wordt weggeleid van Edinburgh Castle. Foto: Charles Hengst.

Overal in de adembenemende historische binnenstad hangen wegwijzers naar de verschillende podia. Een ervan leidt me naar The Beehive Inn. De laatste show van de avond zou snel beginnen; een inwisselbare onbekende komiek, met een helaas té voorspelbaar repertoire: haarverlies, Tinderdates en bloemlezingen over seksuele escapades die waarschijnlijk bedoeld waren om zijn eigen ego te boosten, want zelf had hij ze ongetwijfeld nooit beleefd. Omdat pijnlijk duidelijk wordt dat de beste man hier nooit zijn brood mee zal verdienen doe ik uit pure mistroostigheid toch maar een bijdrage in zijn pet, die niet langer dient om zijn kale hoofd te verbloemen. Onderdeel van de act, en het verdienmodel, blijkbaar.

Dag 2. Om niet weer afhankelijk te zijn van het toeval, bekijk ik het program maar eens. Er springt al snel één optreden uit: het Soweto Gospel Choir. Winnaar van 2 Grammy Awards en een Emmy; dat moet de € 18 entry fee toch waard zijn. Misschien dat na de deceptie van de eerste avond al het acceptabele opeens perfect lijkt, want het optreden is ongelooflijk indrukwekkend. Gospel simply doesn’t cut it; het is gospel én Karl Noten on steroids. Alle leden van de band kennen een enthousiasme waar Freek Vonk mee vergeleken depressief zou lijken. Ze zingen, dansen, en slaan op de drums op een wijze waar ikzelf de energie niet voor heb; met het hele lichaam. Een uur lang zit ik in de cross-fire van zweetdruppels die hun weg zoeken van hun voorhoofd naar de andere kant van de stad – ongekend.

Met suizende oren alsof ik drie dagen Lowlands erop heb zitten en een paar versnipperde pints op een makeshift-terras midden op straat later, eindig ik ’s avonds in een jazzcafé dat niet had misstaan in the roaring twenties. Ik verdenk de bandleden er nog steeds van dat ze dat tijdperk zelf hebben meegemaakt; het podium konden ze op eigen kracht niet bereiken, maar de saxofoon met biergesmeerde luchtpijp bespelen kostte de heren geen enkele moeite.

Drie venues in anderhalve dag. Op dat tempo haal je niet uit Fringe wat er vermoedelijk wél in zit. Ik vrees dat ik het echte Fringe niet gezien heb. Te kort, te onvoorbereid. Maar belangrijker nog: ik heb het niet begrepen.

Professioneel of beginnend artiest, bekend of onbekend; Fringe staat open voor alles en iedereen. Je kunt als amateurvuurspuwer midden op straat je kunsten vertonen, hoe slecht een idee dat ook moge zijn. Zoeken naar écht grote artiesten op het programma is dan ook lastig. Als noob naar het festival gaan is nog lastiger. Je kent geen enkele van de namen uit de line up, en als je de gegeven ratings mag geloven is elk optreden incredible, unmatched, unparalleled, a masterpiece of a work of art. Five-star performance, zelfs degene waar ze vier sterren aan toekennen.

Deze slideshow vereist JavaScript.

Dat betekent dat je je noodgedwongen móet laten verrassen. Laat ik eerlijk zijn: had Calvin Harris, Elton John, of Eddie Izzard acte de présence gegeven, dan was ik op de voorste rij te vinden geweest. Maar teksten van beide muzikanten kan ik dwangmatig opdreunen, en heel het repertoire van de komiek Eddie staat in mijn geheugen gegrift. Dat ze briljant zijn is bekend. Wie van de 3.000 artiesten op Fringe briljant zijn, is mij daarentegen nog steeds onbekend.

Alle shows bekijken lukt je in een mensenleven niet. Maar wil je ontdekken wat er nog meer je interesse heeft, zonder dat je je daar momenteel bewust van bent? Dan is er geen betere plek om je te laten verrassen door muziekstijlen, dansen en andere kunstvormen die nog geen plek in je hart veroverd hebben. And they will, zoals het het Soweto Gospel Choir mij voor altijd bij zal blijven.

Fringe-SowetoGospelChoir

Soweto Gospel Choir in Santiago (Chili), november 2015. Foto: Zach Ciaburri.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s