‘Piet Mondrizwaan!’- Rondleiden is verbinden

‘Goed rondleiden is een vak’ zo kopte het NRC laatst. In het artikel wordt geconcludeerd dat het geven van rondleidingen bovenal een veeleisende ambacht is. Als rondleider ben je de connectie tussen het kunstwerk en de groep die je meeneemt het museum in. Ga er maar aanstaan, want geen gezelschap is hetzelfde! Daar ligt de grootste – en misschien wel mooiste – uitdaging. In deze blog laat ik u wat meer van deze uitdaging zien, aan de hand van mijn eigen ervaringen als museumrondleider.

Door Francis Boer

B87 AFBEELDING 1

Maquette Rietveld Schröderhuis (ca. 1951 – ontwerp 1924)  Centraal Museum, Utrecht.

In een grote kring zitten we op de grond, vlak bij de maquette van het Rietveld Schröderhuis dat zojuist aan een nader onderzoek is onderworpen. De groep 6-leerlingen mogen vertellen wat ze is opgevallen aan de eigenaardige woning en of het ze doet denken aan iets of iemand in het bijzonder. Eén meisje zegt, met gewichtige, ernstige stem: ‘Piet Mondrizwaan!’ Een lach verbijtend complimenteer ik haar met de mooie link die ze legt. Het kinderoog is geoefend en nog vele mooie details en opvallendheden passeren de revue. Dan krijgen ze per tweetal een spannende opdracht: geïnspireerd door Rietveld en Schröder mogen ze hun eigen droomhuis ontwerpen op papier. De vele ramen in de woning van Gerrit en Truus komen terug in menig ontwerp, net als de typische, rechte lijnen. Natuurlijk is er ook ruimte voor de eigen fantasie: in elk huis struíkel je zo’n beetje over de zwem- en ballenbaden, die door kronkelende glijbanen aan elkaar zijn verbonden.

B87 AFBEELDING 2

Laurentius de Neter, De brede en de smalle weg (1635) Museum Catharijneconvent, Utrecht.

U heeft het vast wel eens meegemaakt: een museumtour waarin de rondleider alleen aan het woord is, alleen maar bezig is met ‘zenden’. Er wordt veel kennis gedeeld, maar of het raakt en blijft hangen? Er wordt niet ingespeeld op de groep, op de persoonlijke interesse en bovenal op de belevingswereld van de bezoeker. Juist als een dialoog wordt gecreëerd tussen kijker en kunstwerk, staat de bezoeker veel meer open om te leren en te ontdekken. Die openheid is goud waard. Zoals laatst, bij de Luther-tentoonstelling in het Catharijneconvent. Hier leid ik een groep welingelichte gereformeerden rond en houd ze stil voor een  – zo op het eerste gezicht – gezellig zeventiende-eeuws tafereeltje. Ik vraag ze om de beurt een plekje uit te kiezen op het schilderij waar ze wel zouden willen staan. Daarna gaan we samen op onderzoek uit en ontdekken meer over de beeldtaal: het schilderij is een verbeelding is van de smalle weg (ten hemel) en de brede weg (ten hel)! Sommigen bevinden zich nu, zonder dat ze het in eerste instantie doorhadden, op de gevaarlijke brede weg. Hierop barst het gesprek los over wie of wat tegenwoordig een plaatsje verdient op dat fatale brede pad.

Juist die grote verschillen tussen groepen maakt het werk spannend en oneindig boeiend. Waar het ene gezelschap bij de tentoonstelling over Pyke Koch alleen maar verwonderd rondkijkt en diep onder de indruk is van de technische perfectie van zijn werk, is er in een andere groep een heer die me bijna wanhopig vraagt: ‘Maar wat doet het met jou?’ Dit nadat hij zelf heeft toegeven diep te zijn geraakt door het – in zijn ogen – ontzettend sombere werk van de Utrechtse kunstenaar.

B87 AFBEELDING 3

Francis met een schoolklas bij het Middelrijns altaar (ca. 1410) Museum Catharijneconvent, Utrecht.

Zolang mensen zich blijven openstellen en zich durven te laten raken door kunst, ligt er een fantastische taak voor ons rondleiders. Een waarin we zelf, mits we ons net zo openstellen als de bezoekers, óók geraakt worden. Bijvoorbeeld door een meisje van amper 10 jaar, dat met haar klasgenoten naar een levensgroot standbeeld van Jezus op de ezel kijkt. Als ik uitleg dat de figuur op de ezel destijds door mensen in Jeruzalem als een held werd binnengehaald, en vraag wie hun persoonlijke held is, reageert zij, met glinsterende ogen: ‘Mijn papa, want hij maakt mijn mama gelukkig!’


0

Francis Boer studeerde geschiedenis aan de Universiteit Utrecht en is rondleider bij Museum Catharijneconvent, Centraal Museum en het Spoorwegmuseum. Verder vult ze haar week met schrijfopdrachten voor verschillende media.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s